woensdag 13 januari 2010

alles gaat goed

Op zeer onverwachte momenten werd Jeanine erg zenuwachtig. Onderaan haar rug begon haar merg te trillen en kroop eerst traag en dan heel snel helemaal naar boven. Het trilde nu zo dat haar ribben klapperden, zodat ze zich moest concentreren op haar ademhaling, haar hart sloeg een beurt over. Haar hart sloeg een beurt over.
"Jeanine, alles is ok, ge hebt alles wat ge moet hebben, waarom doet ge dat uw eigen aan?", suste ze zichzelf, maar ze was niet de best geplaatste persoon om zich gerust te stellen, zeker niet in haar toestand. De dam was gebroken, gedachten overspoeld door ongecontroleerde emoties, de fundamenten van het redelijk verstand bedreigd met instortingsgevaar.
Ze wist wel wat ze moest doen. Wachten, tot het voorbij is. Als er toevallig iemand bij haar was, veinsde ze migraine en speelde ze een apathische zak patatten.
Hoewel ze op dat soort momenten niet veel honger had, was het gevoel dat ze kreeg bij patat het minst onaangename dat ze zich kon voorstellen. Patat kan puree zijn, of gratin dauphinois, of gewoon zichzelf met peterselie. Ze had maar te kiezen. Ze kon nog kiezen. "Jeanine, ge kunt nog kiezen."
Net voor ze zou beslissen dat ze daar toch eens iets moest aan doen, aan die onbeschaafde zenuwbanen, ebde alles weg. Wat overbleef van Jeanine kon zich eindelijk weer op een stoel zetten en zuchtte een schrale lucht.

Haar kinderen juichten toen het avondeten werd geserveerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten